Het begin van het ontstaan van de cultuur
Ontwerp van plastic tas met "de Bijenkorf moet blijven", 22 januari 1983.
Al vrij vroeg in haar historie had de Bijenkorf de ambitie om een toonaangevend en trendsettend warenhuis te zijn, om zijn klanten te inspireren – ideeën aan te reiken. Een assortiment met elan, goede smaak met de passende [hoge] kwaliteit. Een bruisend warenhuis, altijd gebouwd door een internationaal vermaarde architect, met een zekere betovering, met een unieke winkelbeleving. Door haar historie heen heeft de Bijenkorf er hartstochtelijk naar gestreefd om voorop te lopen op het gebied van “good looking” [mode in kleding, accessoires, cosmetica] en “good living” [wooninrichting, reizen, boeken, muziek, spelen, restaurantbezoek]. Zo’n focus op het nieuwe, het originele, het verfijnde mooie, vraagt – neen: vereist – uiterst getalenteerde en creatieve mensen die een organisatie om zich heen voelen waarin ze optimaal kunnen functioneren en groeien.
De focus op het nieuwe, het originele, het verfijnde mooie, vraagt – neen: vereist – uiterst getalenteerde en creatieve mensen die een organisatie om zich heen voelen waarin ze optimaal kunnen functioneren en groeien.
OHOT affiche uit 1950 van ontwerper Benno Premsela.
Waarin geëxperimenteerd mag worden, en dus fouten mogen worden gemaakt. Een organisatie die mensen het gevoel, ja zelfs de overtuiging schenkt dat ze belangrijk zijn. De joodse wortels van de onderneming zorgden daar in de importante wordingsfasen en de eerste decennia na de tweede wereldoorlog zeker voor. Er ontstond een vertrouwd gevoel van [sterke, innige] verbondenheid met elkaar en met het bedrijf; een gevoel van loyaliteit, solidariteit: je helpt en stimuleert elkaar. Je maakt samen plezier en jawel: ook ruzie – zoals in de beste families voorkomt, is er natuurlijk ook ‘gedoe’. Maar dat mag niet ontaarden, niet uitmonden in heftige conflicten die de solidariteit, de familieband zouden kunnen beschadigen. De joodse wortels van het bedrijf zorgden ook voor de broodnodige humor, zeker ook wanneer ‘het beslist geen feest was’. Humor om te overleven, tegen de verdrukking in. ‘Care, share, dare’ was de strijdkreet op het hoofdkantoor in de jaren ‘80, zei eens een voormalig divisieleider.
En tegelijkertijd is er die behoefte aan juist getalenteerde creatieve geesten aan individualiteit, aan met rust gelaten te worden, zeker ook ten aanzien van de manier waarop invulling wordt gegeven aan het assortiment – als je over de inkoop spreekt.
Het zou zo maar een van de belangrijkste redenen kunnen zijn geweest dat de Bijenkorf zich bij de invulling van assortimenten daadwerkelijk kon onderscheiden van de concurrentie. Eigenzinnig inhoud kon geven aan het design van een product. Dit alles leverde een cultuur op van initiatief en eigenzinnigheid, van pro-actief en niet reactief, van vaak eerst doen en dan pas vragen. Van niet te strak management omdat men dat gewoonweg niet accepteert, maar ook niet te los omdat het anders snel uit de hand loopt. Van niet hiërarchisch, met alleen respect voor besluiten van de leiding als ze begrepen en [h]erkend worden.