De lovende pers
Drie foto's van Christmas Factory etalage en interieur in de winkel in Rotterdam in 1998
In 1998 werd voor Sinterklaas en Kerst het thema Christmas Factory gekozen, waarbij de sfeer van een fabriek in de stijl van Dickens werd verbeeld.
In de NRC van 20 november 1998 wijdde H.J.A. Hofland er lovende woorden aan:
"Een voorbeeld. Sinds Benno Premsela zijn krachten eraan heeft gewijd zijn de etalages van de Amsterdamse Bijenkorf beroemd. Het was in de `jaren vijftig toen ik achter een raam van de Bijenkorf voor het eerst werk van Karel Appel heb gezien. Goeie ouwe fifties. Toen was geluk heel gewoon. Geen televisie, geen files, kolen in de kachel, oorlog in Korea, McCarthy op communisten jagend, de Rosenbergs op de elektrische stoel, op je Solex naar je werk, Rock Around the Clock in Apeldoorn verboden enz. Behalve in de etalages van de Bijenkorf was bijna overal in Nederland de revolutie ver weg. Weinigen konden vermoeden dat...
Sindsdien loop ik voor ik me aan een geschiedkundig beschouwinkje waag, altijd even langs de Bijenkorf. Vandaag, op 19 november, keek ik even vluchtig naar binnen. Waren daar niet Ed en Willem Bever aan het werk? Nader onderzoek leerde dat er veel meer aan de gang was. Een afdeling is omgebouwd tot smederij. Dieren die op de Fabeltjeskrantbevers Ed en Willem lijken, smeden een hoefijzer. Verderop is een ander dier op een draaiende steen een mes aan het slijpen. Achter het volgende raam is een bakkerij in bedrijf. Er wordt meel gezeefd, nog veel meer gedaan, en op de voorgrond staat een grote zak, ook met meel, en daar zitten vier grote zwarte kakkerlakken te eten. Asielzoekers die ontsnapt zijn aan het vluchtelingenwerk. Tussen al deze dieren heersen vrede en vriendschap (veertig jaar geleden de leuze van het communistische jeugdfestival). Ik stelde me voor dat ik een kind van vier was. Zou ik weten wie Ed en Willem zijn, of waren? Niet uitgesloten want dan zouden mijn vader en moeder als kind met de Fabeltjeskrant zijn opgegroeid en dan had ik bij overlevering de verhalen over deze bevers kunnen horen.”