Bouwbeeldhouwwerk
Sculptuur ' De Valk' gemaakt door Toon Radecker in 1926 voor de Bijenkorf Den Haag.
Sculptuur 'De mond' gemaakt door John Radecker in 1926 voor de Bijenkorf Den Haag.
De beelden vormen een organisch geheel met het golvende metselwerk – in die tijd bouwbeeldhouwwerk genoemd. De monumentale, soms Egyptisch aandoende beelden zijn typerend voor de jaren twintig en hebben vaak een symbolische betekenis. Zo staat de adelaar van Toon Rädecker voor de hoge vlucht die de Bijenkorf zou nemen. De kronkelende slang naast hem symboliseert de afgunst van de concurrentie. Boven de dienstingang aan de Wagenstraat heeft zich een zandstenen jongetje geposteerd, met in zijn handen een maquette van de Bijenkorf, symbolisch voor het initiatief van de Bijenkorfdirectie om in Den Haag een filiaal te openen.
Dit charmante beeldje van H.A. van den Heijnde, die ook verantwoordelijk zou worden voor het gevelbeeldhouwwerk aan het later geopende Rotterdamse filiaal van Dudok, is uiteindelijk verplaatst naar het distributiecentrum in Woerden. Markant is ook het gevelbeeld van John Rädecker aan de Grote Marktstraat: een vrouwenfiguur tussen twee wolkenkrabbers, symbolisch voor de mens die toch boven de techniek uitsteekt.
De beelden vormen een organisch geheel met het golvende metselwerk – in die tijd bouwbeeldhouwwerk genoemd.
Sculptuur gemaakt door Johan Polet in 1926 voor de Bijenkorf Den Haag.
Sculptuur gemaakt door John Radecker in 1926 voor de Bijenkorf Den Haag.