1941: Kaal en koud
Vaste klanten brief d.d. 4 april 1941. Uit KBB archief bij het Stadsarchief nr. 929.
De nieuwjaarswens van 1941 was ondertekend door de nieuwe directeuren Wolsheimer en Van der Wal. ‘Nochtans blijven de tijden zwaar op ons drukken’, schreven zij onder meer en zij riepen de mensen op om ‘...duisternis en vrees voor de toekomst ... uit het gemoed te bannen...’ Uit hun woorden klonk een, zoals later zou blijken, misplaatst vertrouwen dat het onder de bezetting wel mee zou vallen. In het personeelsblad genoemde nieuwe artikelen hadden vooral tot doel ‘de vele beperkingen, welke wij ons moeten opleggen, te verlichten’. Zo was er een elektrische spaarkookplaat, die slechts een halve cent per uur verstookte, en een nieuw soort zaklantaarn, met daarbij de instructie uitgeputte batterijen in te leveren bij aankoop van nieuwe, omdat er anders een tekort aan grondstoffen zou ontstaan. Andere nieuwe artikelen stonden vooral in het teken van vervanging, zoals pepersurrogaat en ‘hoofdkaas’ gemaakt van mosselen en vis, een smakelijk en bonloos broodbeleg. Ook introduceerde de Bijenkorf twee eigen merken zeepsurrogaat. In april 1941 verscheen het honderdste nummer van Bij en Korf, dat, onvermoed, voorlopig het laatste zou zijn. Het lustrum gaf geen reden tot feestvreugde, 'omdat het zo onbelangrijk is, te midden van wat om ons heen in het bedrijf, ja in ons zelf gebeurt, zich ontwikkelt, evolueert’.

Om de winkel draaiende te houden moesten de chefs zich in soms onmogelijke bochten wringen.
Om de winkel draaiende te houden moesten de chefs zich in soms onmogelijke bochten wringen. De schaarste aan goederen begon zich vanaf 1941 steeds heftiger te doen gelden. Sommige klanten werden kritischer, omdat zij hun bonnen maar één keer konden uitgeven. Eind december 1941 verdween de complete voorraad wollen dekens uit de Bijenkorf: in beslag genomen door de Duitsers. Om later toch nog iets te kunnen verkopen werd een maximum-aankoopbedrag per dag ingesteld.
Al met al ging de sfeer in de winkel er natuurlijk niet op vooruit, ook al omdat verkoopsters soms de neiging hadden bepaalde klanten te bevoordelen, zoals vrienden en familie. Ook de inkoop kreeg steeds grotere problemen met de leveranciers bij het bestellen van de nodige assortimenten. Het werd kaal en koud in de Bijenkorf, letterlijk: ten gevolge van het gebrek aan brandstof om de winkel te verwarmen, hielden verkoopsters binnen hun buitenjas aan.