Verdergaande arisering
Bekendmaking van de verordening van de Rijkscommissaris van het bezette Nederlandsche gebied betreffende het aangeven van Nederlandse ondernemingen per 22 oktober 1940.

Niet alleen moesten alle Joodse leden van de Raad van Beheer en de directie hun plaats afstaan aan niet-Joden, ook de Joodse topfunctionarissen bij de Bijenkorf en de HEMA werden vervangen. In werkelijkheid bleven de Joodse functionarissen op de achtergrond actief als adviseurs. Maar uiteindelijk bleek deze vrijwillige arisering niet voldoende te zijn: in maart 1941 kwam de verordening tot verwijdering van Joden uit het bedrijfsleven. De Duitsers kregen het recht om een Verwalter aan te stellen, die de leiding van het bedrijf op zich zou nemen.

Bekendmaking van de overname van het bewind van de Bijenkorf door Dr. F. Brandt namens de Rijkscommissaris van het bezette Nederlandsche gebied per 28 februari 1941
De onvrede onder de Joodse bevolking groeide, steeds vaker waren er relletjes en straatgevechten tussen knokploegen van de W.A. (Weerbaarheidsafdeling van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) en groepen opstandige Joodse jongeren. Op zondagochtend 23 februari 1941 arresteerden de Duitsers in de Amsterdamse Jodenbuurt honderden jongemannen, die uiteindelijk werden afgevoerd naar concentratiekampen. Deze grootschalige razzia's leidden twee dagen later tot de massale protestactie die als de Februaristaking de geschiedenis in zou gaan. Op dinsdag ochtend 25 februari bleven de trams in de remise. De algemene staking tegen de eerste Duitse pogrom was een feit, ook de Amsterdamse Bijenkorf was erbij betrokken. In de tunnel onder de lichthal (het Beursstraatje) werd gevochten, een Duitser gooide een handgranaat, waarbij de Bijenkorfmedewerkster Alie Langeveld gewond raakte. Nadat de directie had vastgesteld dat een groot aantal afdelingen al geheel door het personeel was verlaten, maakte ze om 11.40 uur via de omroepinstallatie bekend dat de winkel vanaf 12 uur mangels Personal zou worden gesloten. Tegelijkertijd werd het personeel echter dringend verzocht de volgende morgen op de normale tijd weer aanwezig te zijn.
Die volgende dag -- mannelijke Joodse employés hadden inmiddels de gelegenheid gekregen om, als ze dat wilden, stilletjes te vertrekken – kwam het personeel tegen openingstijd opnieuw bijeen. Sommige medewerkers waren bereid weer aan het werk te gaan, anderen bleven buiten staan. De directie, bang voor Duitse represailles als de winkel opnieuw gesloten zou worden, begaf zich ook naar buiten en verzocht het daar samengeschoolde personeel weer aan het werk te gaan. 'Plotseling kwamen er tien overvalwagens vol SS’ers aanzetten', aldus het ooggetuigenverslag van een werknemer. 'Ze reden het Beursplein op naar de personeelsingang. Opeens zag ik een voorwerp door de lucht vliegen en meteen daarop een geweldige knal en alle ruiten braken. De politie sloeg er toen met de blanke sabels op los en ieder maakte dat hij weg kwam. Aan het einde van de dag kwamen er vier man van de Grüne Polizei de directeuren Wolsheimer en Hans Isaac ophalen.' De eerste kwam snel vrij, maar Hans Isaac werd in het Lloyds Hotel vastgehouden, waaruit hij een week later door toedoen van Gé van der Wal kon worden vrijgelaten. Een dag later bleek de angst voor represailles niet ongegrond te zijn geweest. Generalkommissar Fischböck stelde het bedrijf al op 27 februari 1941 onder Verwaltung.

Bekendmaking van de overname van het bewind van de Bijenkorf door Dr. F. Brandt namens de Rijkscommissaris van het bezette Nederlandsche gebied per 28 februari 1941.

Aankondiging van de Februari staking 1941 door de CPN.